Titel Collectief overleg in (onder)aannemingsverhoudingen
Auteur Jan Buelens

(Onder)aannemingsverhoudingen hebben hun plaats veroverd in het economisch bestel. De laatste jaren wordt echter vastgesteld dat het ontbreken van een alomvattend juridisch kader meer dan eens aanleiding geeft tot misbruiken in tal van sectoren. Zelfs indien dat niet het geval is, worden werknemers van (onder)aannemers anders behandeld dan die van de opdrachtgever, ook als ze op hetzelfde terrein werkzaam zijn.

(Onder)aannemingsverhoudingen hebben hun plaats veroverd in het economisch bestel. De laatste jaren wordt echter vastgesteld dat het ontbreken van een alomvattend juridisch kader meer dan eens aanleiding geeft tot misbruiken in tal van sectoren. Zelfs indien dat niet het geval is, worden werknemers van (onder)aannemers anders behandeld dan die van de opdrachtgever, ook als ze op hetzelfde terrein werkzaam zijn.

In dit boek gaat de auteur na welk antwoord kan worden geboden op deze reële maatschappelijke uitdaging.

In het eerste deel wordt het ontstaan en de arbeidsrechtelijke inbedding van (onder)- aannemingsverhoudingen in kaart gebracht. De rechtsfiguur wordt uitgebreid gesitueerd ten opzichte van de arbeidsovereenkomst en de regeling voor uitzendarbeid en terbeschikkingstelling. Vervolgens onderzoekt de auteur of het collectief overleg is afgestemd op (onder)aannemingsverhoudingen. Meer concreet gaat de auteur na op welke wijze de overlegorganen van de opdrachtgever bevoegd (kunnen) zijn voor werknemers van (onder)aannemers. Deze oefening gebeurt zowel met betrekking tot het nationale collectief arbeidsrecht (Belgisch, Frans, Nederlands, Duits) als het Europese collectief arbeidsrecht.

Inspiratie puttend uit de grondrechten en bestaande nationale en Europese normen, ontwerpt de auteur in het tweede deel een model voor collectief overleg in (onder)- aannemingsverhoudingen. Daarbij past hij de bestaande overlegorganen niet alleen aan de nieuwe economische realiteit aan, maar werkt hij tevens op gedetailleerde wijze interoverlegstructuren uit die het overleg tussen de respectieve werkgevers en werknemers(vertegenwoordigers) vorm kunnen geven. In dezelfde context wordt stilgestaan bij een uitbreiding van de informatie- en raadplegingsverplichting en de mogelijkheid van gemeenschappelijke collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden. Het model wordt zowel op Belgisch als Europees niveau uitgewerkt.

Het proefschrift vult een lacune op in de arbeidsrechtelijke literatuur. Tegelijk heeft het oog voor de maatschappelijke dimensie van het probleem en stelt het oplossingen-op-maat voor. Kortom, een must voor iedereen die als jurist of op het terrein met arbeidsrecht of arbeidsverhoudingen bezig is.

Verkrijgbaar bij uitgeverij die Keure.