De minister van Defensie liet in december 2014 weten dat ook de militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst advocaten afluistert. Dat gebeurt steeds zonder voorafgaande rechterlijke toetsing en op basis van geheime interne richtlijnen. De enige controle die er is, vindt plaats door de betrokken minister. Volgens advocaat Michiel Pestman is dat "geen onafhankelijke toets, maar een slager die zijn eigen vlees keurt”.
Advocaten en cliënten moeten echter in vertrouwen met elkaar kunnen communiceren, zonder dat het risico bestaat dat die informatie bij anderen bekend wordt. Alleen op die manier kunnen advocaten hun rol in de rechtsbedeling goed vervullen. Het zogenaamde verschoningsrecht van advocaten vormt een ankerpunt van de rechtsstaat. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft bepaald dat het verschoningsrecht van advocaten nauw verbonden is aan het beginsel van fair trial en deel uitmaakt van het recht van advocaten op een (professioneel) "privéleven". Het afluisteren van verschoningsgerechtigden, waaronder advocaten, is dan ook alleen toegestaan als een onafhankelijke rechter de noodzaak daarvan van te voren toetst.
Aangezien de Nederlandse regering geen graten in deze manifeste schendig van de vertrouwelijkheid van het contact tussen advocaten en cliënten zag, werd een procedure in kort geding aangevat en gewonnen. Ook de Raad van Europese Balies kwam tussen.
In haar uitspraak van 1 juli 2015 oordeelde de kortgedingrechter in Den Haag dat het tappen en registreren van communicatie met advocaten moet gestaakt worden, minstens zolang de procedure niet aan de eisen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens voldoet. De reeds verkregen informatie mag evenmin zonder onafhankelijke controle aan het Openbaar Ministerie overgemaakt worden.
“Dit is goed nieuws voor iedereen; niet alleen alle advocaten, maar ook iedereen die er misschien ooit een nodig heeft.”
Lees hier de uitspraak:
http://www.prakkendoliveira.nl/nl/nieuws/prakken-doliveira-wint-kort-geding-staat-moet-stoppen-met-tappen-advocaten/