Het Grondwettelijk Hof heeft de Turteltaks vernietigd. Het Hof is van oordeel dat de Turteltaks leidt tot een dubbele belasting op het elektriciteitsverbruik, en dit is in strijd met de Grondwet. Het energieverbruik wordt immers al federaal belast.
Het Grondwettelijk Hof heeft een aantal bepalingen uit het omstreden Vlaams decreet van 18 december 2015, de zgn. ‘Turteltaks’, in haar arrest van 22 juni 2017 vernietigt. De Turteltaks werd onder voormalig minister Annemie Turtelboom ingevoerd op 1 januari 2015 met als doel om de historische schuldenberg van de groenestroomcertificaten weg te werken. Voor een alleenstaande of een gezin komt dit neer op een extra belasting van gemiddeld 100 euro per jaar bovenop de al hoge maandelijkse energiefactuur.
Progress Lawyers Network tekende voor Peter Mertens en Tom de Meester van de PVDA beroep aan bij het Grondwettelijk Hof op grond van schending van het non bis in idem beginsel en bevoegdheidsoverschrijding. Daarnaast werd er ook een schending van het gelijkheidsbeginsel aangevoerd; grote bedrijven worden in verhouding minder zwaar belast dan particulieren en de grootste bedrijven blijven zelfs volledig buiten schot.
Al bij de behandeling van het eerste middel viel het doek voor de Turteltaks; het Hof oordeelde dat het decreet strijdig is met de Grondwet vanwege het verbod op dubbele belasting. De Turteltaks wordt aangerekend per afnamepunt, maar de hoogte van de verschuldigde belasting wordt vastgesteld op basis van het energieverbruik. De Vlaamse regering heeft hiermee haar bevoegdheden overschreden, immers, er wordt door de Belgische staat al belasting geheven op het energieverbruik. Eenzelfde materie mag volgens de wet maar één keer worden belast.
Overigens werd de Vlaamse regering hier door de Raad van State in de aanloop naar de wet ook al op gewezen, maar legde zij dit naast zich neer. Volgens de Vlaamse regering was er geen sprake van een dubbele belasting; zij hield vol geen belasting te heffen op het verbruik, maar enkel per afnamepunt.
Het Grondwettelijk Hof is duidelijk in haar bewoordingen: “Doordat de in het geding zijnde heffing op die manier gekoppeld is aan de afgenomen hoeveelheid elektriciteit, heeft zij tot gevolg dat aan de houder van een afnamepunt een belasting wordt opgelegd die niet kan worden onderscheiden van die waarin is voorzien in de federale bepalingen die het elektriciteitsverbruik zelf belasten”.
De al betaalde belasting voor de heffingsjaren 2016 en 2017 zal helaas niet worden terugbetaald. Volgens het Grondwettelijk Hof zou dit leiden tot rechtsonzekerheid en ‘juridische en administratieve onzekerheden’. Daar waar elke andere onverschuldigde betaling dient te worden terugbetaald, mag de Vlaamse overheid de onterecht betaalde belasting blijkbaar gewoon bijhouden.